De ontwikkeling van de stem

Jongens en meisjes op de basisschool hebben een heel andere stem dan volwassen mannen en vrouwen. Hoe komt dit eigenlijk? En hoe komt het dat mannen een veel lagere stem hebben dan vrouwen? Alles over de ontwikkeling van de stem lees je hier.

De kinderstem

Al vanaf de geboorte is de stem belangrijk. Als een kindje ter wereld komt en begint te huilen, laat het meteen van zich horen met het eerste stemgeluid. Het spraakvermogen ontwikkelt zich daarna heel snel en wordt steeds belangrijker. Het eerste gebrabbel verandert steeds meer in echte woorden wat uiteindelijk voor hele zinnen en verhalen zorgt. Zo wordt het voor kinderen mogelijk om zich te uiten. Kinderen die moeite hebben met praten, hebben vaak ook moeite met het uiten van zichzelf en het contact maken met anderen.

Je stem in de puberteit

Tot aan de puberteit is er weinig onderscheid te maken tussen de stem van jongens en van meisjes. Jongens kunnen tot de puberteit net zo’n hoge toon hebben als meisjes. Vanaf de puberteit krijgen jongens een zwaardere en lagere stem, ook wel bekend als de ‘baard in de keel’. Dit is te zien aan het ontstaan van de adamsappel, dit komt doordat het strottenhoofd groeit. Door deze groei worden de stembanden langer waardoor ze langzamer trillen en hierdoor wordt de stem lager. Deze verandering is niet van de één op de andere dag klaar waardoor een jongen tijdens deze periode af en toe last kan hebben van een overslaande stem. Midden in een zin kan er dan opeens een hoge toon uitkomen.

Waarom hebben mannen een lagere stem?

De langere stembanden zijn dus ook de reden dat mannen een lagere stem hebben dan vrouwen. De stembanden van de man trillen gemiddeld honderd keer per seconden en die van de vrouw kunnen, doordat ze korter zijn, wel tweehonderd keer per seconde trillen. De tonen die gemaakt worden hebben hierdoor een hogere frequentie en hierdoor krijg je een hoger geluid.

De oudere stem

Als je ouder wordt, worden veel dingen in je lichaam minder soepel en fit. Hierbij kun je denken aan ogen en oren maar natuurlijk ook spieren en gewrichten. Aangezien je stembanden in beweging komen door de spiertjes waarmee ze vastzitten, kan ouderdom er ook voor zorgen dat deze spiertjes minder soepel worden waardoor de toonhoogte verandert. Dit gebeurt zowel bij mannen als bij vrouwen. Daarnaast daalt het oestrogeengehalte in het lichaam van vrouwen waardoor de stem lager wordt. Bij mannen wordt de toonhoogte juist hogere doordat het testosterongehalte daalt. Hierdoor gaan mannen- en vrouwenstemmen naar mate ze ouder worden weer meer op elkaar lijken. Bij het veranderen van de stem spelen natuurlijk ook externe factoren mee zoals roken, stress en ziekte.

Naarmate mensen ouder worden hebben ze vaak last van een droge mond. Dit kan te maken hebben met een toename van medicijngebruik, maar ook met airconditioning of een te hoge bloeddruk.

Stemverschillen in de wereld

Verschillen in plaats, cultuur en tijd hebben invloed op de manier waarop de stem gebruikt wordt en tot uiting komt. Europeanen hebben bijvoorbeeld een lagere stem dan Chinezen, Japanners of Afrikanen. En het verschil tussen mannen- en vrouwenstemmen is in Amerika en Europa veel groter dan bijvoorbeeld in Azië.

Het stemgeluid en hoe de stem gebruikt wordt hangt af van het temperament van een volk. Mediterrane landen zijn bijvoorbeeld veel expressiever, emotioneler en extraverter. Terwijl Siberische en Germaanse culturen vlakker, rustiger en introverter zijn.

Iedere cultuur heeft zijn eigen stemgebruiken om zich te uiten waardoor elke cultuur eigen stemkenmerken heeft en gebruik maakt van andere stemvaardigheden. De verhouding en samenhang van al deze verschillen facetten zorgen voor de uiteindelijke stemklank.